2013/05/11

Wachten

Wachten. Altijd maar. Het is iets waar ik een enorme hekel aan heb. Ongeduldig als ik ben, dat moet ik toegeven. Maar toch. Zullen geduldige mensen dan wel van wachten houden? Dat kan toch niet. Hoe kun je in godsnaam geduldig blijven, wanneer je ergens heel lang op moet wachten? Misschien ligt het wel aan mij dat ik dat niet kan. Ik weet in ieder geval wel dat ik echt heel erg ongeduldig ben. Eén van mijn slechtste eigenschappen, al zeg ik het zelf.

Wachten voor het stoplicht, wachten op het eten. Wachten wanneer iemand weer eens te laat is voor een afspraak. Niet dat ik dat iemand kwalijk mag nemen, aangezien ik zelf meestal ook niet op tijd ben. Ja, dat is ook één van mijn slechtste eigenschappen. Wachten tot je thee niet meer te heet is om op te drinken. Wachten totdat de regen voorbij is, zodat je naar buiten kunt gaan. Wachten tot je salaris gestort is, of totdat je studiefinanciering op je bankrekening staat. Wachten tot je computer opgestart is. Wachten op een berichtje, op een telefoontje, op een uitslag. Wachten op de bus, trein, tram. Wachten tot die vervelende dag eindelijk eens voorbij gegaan is. Wachten op mooi weer, wachten op de lente en zomer. Wachten op betere, mooiere tijden. 

Soms is het vervelend, soms valt het mee. Soms duurt het lang, soms kort. Soms duurt het in werkelijkheid kort, maar lijkt het eeuwig te duren. Of juist precies andersom. Het kan allemaal. Altijd maar wachten - iedere dag opnieuw.

Wachten is het ergste op momenten dat je niets te doen hebt. Wanneer je je verveelt, lijkt één minuut wachten een hele week te duren. Oké, dat is misschien een beetje overdreven. Bij wijze van spreken dan. Vreemd is het eigenlijk, dat de werkelijke tijd en de tijd in je hoofd zo vaak ongelijk aan elkaar zijn.

Misschien is wachten nog erger wanneer je haast hebt. Dan heb je eigenlijk helemaal geen tijd om te wachten. Geen tijd, omdat je al tijd tekort komt. Omdat je al moet rennen in plaats van lopen, moet vliegen in plaats van kruipen. Toch komt het altijd weer om een hoekje kijken: wachten.

Misschien zou de wereld wel heel snel gaan, wanneer we nooit zouden hoeven wachten. Dan zou het stoplicht altijd op groen staan. Of nee, dan zouden er niet eens stoplichten bestaan. Dan zouden we niet eens weten wat stoplichten nu eigenlijk zijn. Het woord 'stoplicht' zou er niet zijn. Nooit wachten voor dat ene speciale feestje, of die ene speciale persoon. Nooit meer vertraging met de trein, nooit meer stressen als je de bus gemist hebt. Alles en iedereen zou overal en altijd bereikbaar zijn. Direct, zonder er ook maar een seconde op te wachten. Nu. Op dit moment. Zonder aarzeling of twijfel.

Ik weet eigenlijk niet zeker of dat me wel zo gelukkig zou maken. Het zou angstaanjagend zijn, wanneer alles vliegensvlug zou gaan. Misschien zouden we dan wel eerder doodgaan. En wanneer we niet eerder dood zouden gaan, zouden we misschien het gevoel hebben dat we vele jaren ouder worden dan dat we nu worden. Als we nooit zouden hoeven wachten, zou er geen rust meer zijn.Want dat is wat wachten eigenlijk ook is: een moment van rust. Ook al lijk ik dat meestal te vergeten. Misschien sta ik alleen stil bij momenten waarop wachten stom is. 

Nu ik dit aan het schrijven ben, weet ik eigenlijk niet of het wel terecht is dat ik zo'n hekel heb aan wachten. Misschien is het eigenlijk niet zo erg als ik dacht. Maar daar denk ik nu pas aan. Dat had ik nog niet bedacht voordat ik dit ging schrijven. Soms ben ik ineens boos op dingen in de wereld, die bij nader inzien helemaal niet zo slecht blijken te zijn. Misschien hoort dat ook wel bij ongeduldig zijn: te snel conclusies trekken, waardoor dingen in de wereld soms ineens heel stom lijken in mijn hoofd.